17 | Elke 1) gave, die goed is,
en iedere volkomen gift is van boven, neergedaald van de Vader der lichten, bij wie ook geen wisseling is, of verduistering door ommegang. 2) |
18 | Willens en wetens heeft hij ons
door het woord der waarheid ter wereld gebracht zodat wij in zekere zin eersteling van zijn schepselen zijn. |
19 | Weet wel broeders, mijn geliefden:
Laat elke mens snel zijn om te horen, langzaam in het spreken, |
20 | traag tot toorn.
Want toorn van een man bewerkt geen gerechtigheid bij God. |
21 | Daarom: leg alle slechtheid
en overmaat aan kwaad af, en neem in zachtmoedigheid het woord aan, dat ingeplant is, en kracht heeft jullie levens te redden. |
22 | Weest dan daders van het woord
en niet slechts toehoorders. 3) Daarmee houd je jezelf voor de gek. 4) |
23 | Want wie een toehoorder van het woord is,
geen dader, die lijkt op een mens, die zijn aangeboren gezicht 5) in een spiegel waarneemt. |
24 | Want zichzelf waarnemend,
heeft hij zich er ook van losgemaakt, en is direct vergeten hoe het was. |
25 | Maar wie zich verdiept 6)
in de volkomen wet van de vrijheid blijvend, zonder een vergeetachtig toehoorder te worden, maar als een werkelijk dader, die is gelukkig in zijn doen. |
26 | Indien iemand meent vroom te zijn,
zonder zijn eigen tong in bedwang te houden, echter, terwijl hij het eigen hart misleidt, is diens vroomheid tevergeefs. |
27 | Zuivere en onberispelijke vroomheid,
voor God, de Vader, is dit: omzien naar wezen en weduwen in hun nood en zichzelf van de wereld onbesmet houden. |